» Gezonde financieel beleid

Als aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen op 6 maart a.s. zullen we wekelijks een onderwerp uit ons beleidsprogramma 2002-2006 toelichten. Ja, U leest het goed, beleidsprogramma 2002-2006, omdat het ook nog geldig is na de verkiezingen!

Deze week willen we beginnen met een onderwerp dat overal stof tot discussie zal geven, in iedere huishouding, in ieder bedrijf en ook in de gemeente. Is het niet: "waar geven we het aan uit" dan is het wel "hoe krijgen we het binnen" Daarom eisen wij een helder financieel beleid, zodat de inwoners weten waar hun geld aan wordt besteed.
Dit beleid moet gestoeld zijn op zes pijlers:

  1. Duidelijkheid en doorzichtigheid. Voor iedereen is het duidelijk dat het instandhouden van voorzieningen geld kost. Dat moet ook duidelijk blijken uit de begroting. Alle investeringen en alle beleidsvoornemens moeten vertaald worden in lasten voor de burger. De stelling "er is toch een reserve voor gevormd" wordt te vaak gebruikt om een voorziening goedkoper voor te spiegelen dan het is. Ook al komen de middelen uit de reserves, de inwoners betalen het. Het is een misvatting dat financiering uit de reserve geen lasten oplevert voor de burgers. Allereerst betekend besteding van reserves het verlies van de renteopbrengst. Bovendien moet elke investering afgeschreven worden. Als je dat niet doet kom je op termijn in de problemen. Je kunt dan de vervanging niet betalen. Immers alles moet ooit vervangen worden. De volgende generatie wordt dan met de lasten opgezadeld. Deze methode accepteert keerpunt '98 beslist niet. Een goed voorbeeld van de effecten van financiering uit reserves is het wegenbeheer in onze gemeente. Jaren zijn bijna alle reconstructies uit de reserve betaald. Jaren lang is ons voorgehouden dat dit geen lasten met zich mee bracht. Nu sinds enkele jaren is de gemeente tot het inzicht gekomen dat de reserves opraken. Er is nu een wegenbeheersplan opgesteld. Nu blijkt dat de lasten aan dat wegbeheersplan heel hoog zijn. In feite worden nu de lasten zichtbaar die men jarenlang heeft ontkend. Daarom moeten van alle investeringen de structurele lasten duidelijk zichtbaar zijn.
  2. Goed beheer van de reserves. De nu nog aanwezige reserves moeten in stand gehouden worden. Deze zijn immers noodzakelijk, onder anderen om risico's op te vangen. Er moeten echter geen bestedingsreserves meer worden opgebouwd. De lasten van de investeringen moeten altijd duidelijk vertaald worden en niet door de inzet van een spaarpot te worden weggemoffeld.
  3. Een correcte en waarheidsgetrouwe weergave van de lasten in de begroting. De begroting dient niet te ruim te zijn. Begrote bedragen moeten in overeenstemming te zijn met de te verwachten uitgaven. Het mag niet zo zijn dat elk jaar meer dan een miljoen gulden te veel begroot wordt (dat is ongeveer 40% van de OZB opbrengst). Ook de rekenrente mag beslist niet gebruikt worden om de begroting ruimer op te zetten en zo een overschot te creëren.
  4. Overschotten op de begroting moeten rechtstreeks terugvloeien naar de belastingbetaler. Het batig saldo van de rekening van enig jaar zou het beginbedrag moeten zijn van de begroting van het volgende jaar. In de praktijk zal daar altijd een jaar tussen zitten of misschien zal uitgesmeerd worden over enkele jaren.
  5. De te besteden bedragen moeten verantwoord zijn. Wij bedoelen daarmee dat heel goed gekeken moet worden of de meest gunstigste prijs/kwaliteit verhouding gerealiseerd wordt bij besteding van de gelden. Het inkoopbureau zal hierin een grote rol moeten spelen.
  6. Er zal een goede controle moeten zijn. Bestedingen zullen gecontroleerd moeten worden door de Raad. Deze taak zullen onze vertegenwoordigers beter op zich moeten nemen dan in de afgelopen jaren is gebeurd. Wellicht moet een rekenkamer worden ingesteld die het College controleert. Wij zijn hier voorstander van.

Blijft nog de vraag, waar geven we het geld aan uit. Ondanks alle overschotten staat wel vast dat er nog bezuinigd zal moeten worden. Voor ons staat ook vast dat die bezuiniging niet meer in de zgn. zachte sector mag worden gezocht. Deze sector mag niet de sluitpost van de gemeentebegroting zijn. Wat ons standpunt over deze zachte sector is zullen wij in een volgend artikel laten weten. Voor ons in ieder geval een erg belangrijke sector. Een andere mogelijkheid tot bezuinigen is natuurlijk te vinden in samenwerking. Samenwerking op de eerste plaats met Baarle-Hertog, maar ook met anderen gemeenten.